Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flex·bus·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het flexbusjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord flexbus
     We hebben al veel eerder gezegd dat een flexbusje de beste oplossing is.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Francien Maas geciteerd door Vanda van der Kooi
    “Wie betaalt het flexbusje voor Tongelre?” (21 juli 2017) op ed.nl