fietsponten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietsponten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfitspɔntə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈfits.pɔn.tə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.pɔn.tə(n)/
Woordafbreking
- fiets·pon·ten
Zelfstandig naamwoord
de fietsponten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fietspont