fietsbruggen
- Geluid: fietsbruggen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfitsbrʏɣə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈfits.brɵ.χə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.brʏ.ɣə(n)/
- fiets·brug·gen
de fietsbruggen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fietsbrug
- Het woord fietsbruggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.