Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·cha
enkelvoud meervoud
fecha fechas

Zelfstandig naamwoord

fecha v

  1. datum, dagtekening
  2. heden, vandaag
    «a partir de esta fecha»
    van heden af aan
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
fechar

fecha

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fechar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fechar