• far·leg
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord fárligr, dat uit het Nederduits komt.
  • Afgeleid van het Nynorske woord fare met het achtervoegsel -leg.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud farleg farlegare farlegast
o enkelvoud farleg
meervoud farlege
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
farlege farlegare farlegaste

farleg

  1. gevaarlijk

farleg

  1. gevaarlijk