etiketteren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  etiketteren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• eti·ket·te·ren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
etiketteren	etiketteerde	geëtiketteerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

etiketteren

1. voorzien van een etiket

Synoniemen

• labelen

Gangbaarheid

• Het woord etiketteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.