Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·sa·yeert, of:  es·say·eert  bij meer oorspronkelijke uitspraak

Werkwoord

vervoeging van
essayeren

essayeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van essayeren
    • Jij essayeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van essayeren
    • Hij essayeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van essayeren
    • Essayeert!