Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·sa·yeer, of:  es·say·eer  bij meer oorspronkelijke uitspraak

Werkwoord

vervoeging van
essayeren

essayeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van essayeren
    • Ik essayeer. 
  2. gebiedende wijs van essayeren
    • Essayeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van essayeren
    • Essayeer je? 

Gangbaarheid