• es·pí·a
enkelvoud meervoud
espía espías

espía m/v

  1. spion(ne)
vervoeging van
espiar

espía

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van espiar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van espiar