erodeerde
- ero·deer·de
vervoeging van |
---|
eroderen |
erodeerde
- enkelvoud verleden tijd van eroderen
- Ik erodeerde.
- Jij erodeerde.
- Hij, zij, het erodeerde.
- Ik erodeerde.
- Het woord erodeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.