• en·sce·neert
vervoeging van
ensceneren

ensceneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ensceneren
    • Jij ensceneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ensceneren
    • Hij ensceneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ensceneren
    • Ensceneert!