Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

en carafe

  1. (spreektaal) kapot, stuk
    «J’ai pas pu te graver ton CD, mon graveur est tombé en carafe
    Ik heb je cd niet kunnen branden, mijn brander is naar de Filistijnen. [1]
  2. (spreektaal) met de mond vol tanden
    «J'suis resté en carafe
    Ik stond met de mond vol tanden. [1]

Verwijzingen