emulgeer
- emul·geer
vervoeging van |
---|
emulgeren |
emulgeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emulgeren
- Ik emulgeer.
- gebiedende wijs van emulgeren
- Emulgeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emulgeren
- Emulgeer je?
- Het woord emulgeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.