emolumentje
- Geluid: emolumentje (hulp, bestand)
- IPA: / ˌemolyˈmɛncə / (5 lettergrepen)
- emo·lu·ment·je
het emolumentje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord emolument
- De fiscus pikt het niet als werknemers een of ander 'belastingvrij' emolumentje genieten. [1]
- Het woord 'emolumentje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Veenhof, H."Streeksgewijs: 'n Gokje" in: Nederlands Dagblad jrg. 43 nr. 10419 (3 december 1986); p. 6 kol. 2; geraadpleegd 2019-12-06