eindigt
- ein·digt
vervoeging van |
---|
eindigen |
eindigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eindigen
- Jij eindigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eindigen
- Hij eindigt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van eindigen
- Eindigt!
- Het woord eindigt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.