efemeriden
- Geluid: efemeriden (hulp, bestand)
- efe·me·ri·den
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘eendagsvliegen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1872 [1]
de efemeriden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord efemeride
- Het woord efemeriden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "efemeriden" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "efemeriden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be