Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ee·nen

Hoofdtelwoord

eenen

  1. (verouderd) schrijfwijze voor enen
    • De houten klossen zijn hier niet van enkele centimeters dikte, maar meer dan eenen meter hoog (...) [1]

Zelfstandig naamwoord

de eenenmv

  1. (verouderd) schrijfwijze voor enen
    • Maar op het laatste lot gooide hij tot groote pret van alle jongens, drie eenen. [2]

Bijvoeglijk naamwoord

eenen

  1. (verouderd) schrijfwijze voor enen
    • Er is maar één ding wat den eenen schrijver van den anderen onderscheidt [3]

Lidwoord

eenen

  1. (verouderd) schrijfwijze voor enen
    • (...) omdat de Javanen in het algemeen eenen grooten afkeer hebben van de middelen, welke hun door onze artsen wordt aangeboden [4]

Gangbaarheid

Verwijzingen