dytta
- dyt·ta
- Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord dytte
Naar frequentie | 29856 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | dytta | ||
o enkelvoud | dytta | |||
meervoud | dytta | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
dytta |
dytta
dytta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytta
har dytta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytta
- har dyttet
dytta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytte
har dytta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytte
- har dyttet
- dyt·ta
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | dytta | ||
o enkelvoud | dytta | |||
meervoud | dytta | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
dytta |
dytta
Betekenis: dichten, stoppen, proppen, verbergen
dytta
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast dytte, zie aldaar
dytta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytta
dytta
- voltooid (verleden) deelwoord van dytta
har dytta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytta
- har dytt
dytta
- gebiedende wijs van dytta
dytta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytte
dytta
- voltooid (verleden) deelwoord van dytte
har dytta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytte
- har dytt
dytta
- gebiedende wijs van dytte
Betekenis: duwen, schuiven
dytta
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast dytte, zie aldaar
dytta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytta
dytta
- voltooid (verleden) deelwoord van dytta
har dytta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytta
dytta
- gebiedende wijs van dytta
dytta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytte
dytta
- voltooid (verleden) deelwoord van dytte
har dytta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dytte
dytta
- gebiedende wijs van dytta