dynamiteerde
- dy·na·mi·teer·de
vervoeging van |
---|
dynamiteren |
dynamiteerde
- enkelvoud verleden tijd van dynamiteren
- Ik dynamiteerde.
- Jij dynamiteerde.
- Hij, zij, het dynamiteerde.
- Ik dynamiteerde.
- Het woord dynamiteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.