• dy·na·mi·teer
vervoeging van
dynamiteren

dynamiteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dynamiteren
    • Ik dynamiteer. 
  2. gebiedende wijs van dynamiteren
    • Dynamiteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dynamiteren
    • Dynamiteer je?