dwaal
- dwaal
vervoeging van |
---|
dwalen |
dwaal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dwalen
- Ik dwaal.
- gebiedende wijs van dwalen
- Dwaal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dwalen
- Dwaal je?
- Het woord dwaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dwaal" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be