duurt
- duurt
vervoeging van |
---|
duren |
duurt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duren
- Jij duurt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duren
- Hij duurt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van duren
- Duurt!
- Het woord duurt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.