dubbeltjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dubbeltjes (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dub·bel·tjes
Zelfstandig naamwoord
de dubbeltjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord dubbel
de dubbeltjes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord dubbeltje