dromt samen
- Geluid: dromt samen (hulp, bestand)
- dromt sa·men
vervoeging van |
---|
samendrommen |
dromt (...) samen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samendrommen
- Jij dromt samen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samendrommen
- Hij dromt samen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van samendrommen
- Dromt samen!
- Het woord dromt samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.