drentelden aan
- dren·tel·den aan
- uit drentelden (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
aandrentelen |
drentelden (...) aan
- meervoud verleden tijd van aandrentelen
- Wij drentelden aan.
- Jullie drentelden aan.
- Zij drentelden aan.
- Wij drentelden aan.
- Het woord 'drentelden aan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.