doorbladerde
- Geluid: dóórbladerde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdorbladərdə / (4 lettergrepen)
- Geluid: doorbláderde (hulp, bestand)
- IPA: / dorˈbladərdə / (4 lettergrepen)
- door·bla·der·de
vervoeging van |
---|
doorbladeren |
dóórbladerde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorbladeren
- ... dat ik doorbladerde.
- ... dat jij doorbladerde.
- ... dat hij, zij, het doorbladerde.
- ... dat ik doorbladerde.
vervoeging van |
---|
doorbladeren |
doorbláderde
- enkelvoud verleden tijd van doorbladeren
- Ik doorbladerde.
- Jij doorbladerde.
- Hij, zij, het doorbladerde.
- Ik doorbladerde.
- verbogen vorm van doorbladerd, voltooid deelwoord van doorbladeren
- Het woord doorbladerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.