• dood·ge·vaar·lij·ke

doodgevaarlijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van doodgevaarlijk
     Voorzichtig de doodgevaarlijke ravijnrand mijdend, scharrelden we daar wat rond om losse steentjes te rapen, kiezels met kwartsbanden, stukjes vuursteen, eigenlijk weinig bijzonders.[1]
  1.   Weblink bron
    H. Besselaar
    “De oude wereld van Lunteren” (26 mei 1973) op nrc.nl