djorken
- djor·ken
- Surinaams-Nederlands [1]
djorken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
djorken |
djorkte |
gedjorkt |
zwak -t | volledig |
- het al of niet opzettelijk laten schokken van een auto door het plotseling laten opkomen van de koppeling
- Het woord djorken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.