Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·zul·ke
Woordherkomst en -opbouw

Aanwijzend voornaamwoord

dezulke

  1. een ongeveer gelijke identiteit bezittend

Gangbaarheid

34 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be