deuviken
- deu·vi·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
deuviken |
deuvikte |
gedeuvikt |
zwak -t | volledig |
deuviken
- overgankelijk (verouderd) door het uitnemen van een tap of stop vloeistof laten uitstromen
- Het woord deuviken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.