• deug·kneus·je

het deugkneusjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord deugkneus
     ‘Lisa, links deugkneusje, dankzij types zoals jij is dit land chronisch ziek’, zei ene Hans deze week tegen me.[1]
  1.   Weblink bron
    Lisa Bouyeure
    “Gaat de Twittertrol zijn stem gebruiken?” (19 juni 2020) op volkskrant.nl