despliegue m
- praal, pracht
- machtsvertoon
despliegue
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desplegar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desplegar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desplegar