Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·plie·gue
enkelvoud meervoud
despliegue despliegues

Zelfstandig naamwoord

despliegue m

  1. praal, pracht
  2. machtsvertoon
Synoniemen

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
desplegar

despliegue

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desplegar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desplegar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desplegar