deponeerden
- Geluid: deponeerden (hulp, bestand)
- de·po·neer·den
vervoeging van |
---|
deponeren |
deponeerden
- meervoud verleden tijd van deponeren
- Wij deponeerden.
- Jullie deponeerden.
- Zij deponeerden.
- Wij deponeerden.
- Het woord deponeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.