dempte
- demp·te
vervoeging van |
---|
dempen |
dempte
- enkelvoud verleden tijd van dempen
- Ik dempte.
- Jij dempte.
- Hij, zij, het dempte.
- Ik dempte.
- Het woord dempte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
dempen |
dempte