deitscher
Niet te verwarren met: Deitscher |
- deit·scher
deitscher
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief mannelijk enkelvoud van deitsch
deitscher
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van deitsch
deitscher
- onbepaald nominatief mannelijk enkelvoud van deitsch
- unser aerschde deitscher Governor
onze eerste Duitse gouverneur
deitscher
- onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud van deitsch