• de·flo·reert
vervoeging van
defloreren

defloreert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defloreren
    • Jij defloreert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defloreren
    • Hij defloreert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van defloreren
    • Defloreert!