defloreer
- de·flo·reer
vervoeging van |
---|
defloreren |
defloreer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defloreren
- Ik defloreer.
- gebiedende wijs van defloreren
- Defloreer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van defloreren
- Defloreer je?
- Het woord defloreer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.