deelhadden
- Geluid: deelhadden (hulp, bestand)
- deel·had·den
vervoeging van |
---|
deelhebben |
deelhadden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van deelhebben
- ...dat wij deelhadden.
- ...dat jullie deelhadden.
- ...dat zij deelhadden.
- ...dat wij deelhadden.
- Het woord deelhadden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.