Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·had·den

Werkwoord

vervoeging van
deelhebben

deelhadden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van deelhebben
    • ...dat wij deelhadden. 
    • ...dat jullie deelhadden. 
    • ...dat zij deelhadden.