deconfessionaliseren
- de·con·fes·si·o·na·li·se·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
deconfessionaliseren |
deconfessionaliseerde |
gedeconfessionaliseerd |
zwak -d | volledig |
deconfessionaliseren
- ergatief zich losmaken van een religieuze grondslag
- De samenleving deconfessionaliseerde echter.
- overgankelijk van een religieuze grondslag losmaken
- Hij nam de leiding over en deconfessionaliseerde daarna de organisatie.
- Het woord deconfessionaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.