croste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cros·te
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
crossen |
croste
- enkelvoud verleden tijd van crossen
- Ik croste.
- Jij croste.
- Hij, zij, het croste.
- Ik croste.
Schrijfwijzen
- crosste (officiële spelling tot 1996)
Gangbaarheid
- Het woord croste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "croste" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be