• crê·pes

de crêpesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord crêpe


vervoeging van
crêper

crêpes

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van crêper
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van crêper