Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • crê·pes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de crêpesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord crêpe


Frans

Werkwoord

vervoeging van
crêper

crêpes

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van crêper
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van crêper