controles
- con·tro·les
de controles mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord controle
- ▸ 'Maar, mam. . . mijn medicijnen, ik moet terugkomen voor controles. . . Chantal wil. . . 'Dorien tikte bemoederend op de rug van zijn hand.[1]
- Het woord controles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
controlar |
controles