constructiebedrijfje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·struc·tie·be·drijf·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het constructiebedrijfjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord constructiebedrijf

Gangbaarheid