consigneerden
- con·sig·neer·den
vervoeging van |
---|
consigneren |
consigneerden
- meervoud verleden tijd van consigneren
- Wij consigneerden.
- Jullie consigneerden.
- Zij consigneerden.
- Wij consigneerden.
- Het woord consigneerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.