Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
conmocionar
conmocionaba
conmocionado
volledig

Werkwoord

conmocionar

  1. ontroeren, schokken, beroering veroorzaken
  2. (medisch), een shock veroorzaken, een hersenschudding veroorzaken
Synoniemen