conciliën

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  conciliën    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• con·ci·li·en

Zelfstandig naamwoord

de conciliën mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord concilie

Synoniemen

• concilies

Gangbaarheid

• Het woord conciliën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.