stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
conceptualiseren
conceptualiseerde
geconceptualiseerd
zwak -d volledig
  • con·cep·tu·a·li·se·ren

conceptualiseren

  1. iets pogen te beschrijven of te begrijpen in duidelijke beelden of formuleringen
     Wij conceptualiseren emoties als fysieke krachten, stelt de Hongaarse wetenschapper Zoltán Kövecses. Ook in ons taalgebruik, want bij een boos iemand zeggen we bijvoorbeeld dat hij ‘zowat tegen het plafond’ ging. Of: ‘Er kwam stoom uit zijn oren.’ Wij kunnen dus alleen maar metaforisch conceptualiseren door te vergelijken met fysieke krachten. En dat op twee manieren gebruiken van de twirl in de Kuifje-strips zou een mooie ondersteuning kunnen zijn van die theorie.”[1]
     Een trend analyseren en conceptualiseren zal niet meer van belang zijn, tenzij men het doet vanuit een antropologisch en humanistisch oogpunt, tenzij men terugkeert naar de basisbeginselen van het ‘modevak’ met zijn nobele belangstelling voor stof en ‘snit’ zoals we zagen vóórdat de prêt-à-porter - de confectie - uitgevonden werd.’[2]
  1.   Weblink bron “De krul van Kuifje” (14/08/2009), HP de Tijd
  2.   Weblink bron
    tib
    “Bekende trendwatcher: ‘De mode is dood’” (17/02/2015), De Standaard