vervoeging
onbepaalde wijs to  concede 
he/she/it  concedes 
verleden tijd  conceded 
voltooid
deelwoord
 conceded 
onvoltooid
deelwoord
 conceding 
gebiedende wijs  concede 

concede

  1. onovergankelijk capituleren, opgeven, zich overgeven
  2. overgankelijk toegeven, toestaan







vervoeging van
conceder

concede

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conceder
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conceder