compartimenteren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·par·ti·men·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse compartimenter (met het voorvoegsel com-) met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
compartimenteren |
compartimenteerde |
gecompartimenteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
compartimenteren
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord compartimenteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.