Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·me·ta
enkelvoud meervoud
cometa cometas

Zelfstandig naamwoord

cometa m

  1. (astronomie) komeet, staartster

cometa v

  1. vlieger

Werkwoord

vervoeging van
cometer

cometa

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cometer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cometer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cometer

Verwijzingen