• co·me·ta
enkelvoud meervoud
cometa cometas

cometa m

  1. (astronomie) komeet, staartster

cometa v

  1. vlieger
vervoeging van
cometer

cometa

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cometer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cometer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cometer